Post ‘65 erfgoed
Wat worden onze jongste monumenten?
De post ‘65 periode omvat gebouwen en structuren die ongeveer tussen 1965 en 1990 zijn gebouwd. Post ‘65 architectuur ontstond in een periode van economische groei en snelle stadsuitbreiding. De plotselinge vraag naar een grote hoeveelheid (betaalbare) woon- en werkruimte, resulteerde in een unieke bouwstijl die de aanblik van veel Nederlandse dorpen en steden drastisch veranderde.
Post ‘65 periode: een balans tussen efficiëntie en esthetiek
Met name het brutalisme en functionalisme domineerden de late jaren ’60 en ’70, met rauwe, geometrische betonconstructies en de toepassing van prefab-systemen om snel te kunnen bouwen. Vanaf de jaren ’80 ontstond een reactie op deze strakke, betonnen bouwstijl: het postmodernisme bracht kleur, speelse vormen en historische elementen terug, waardoor gebouwen menselijker en expressiever werden. De post ‘65 periode staat daarom voor de zoektocht naar een balans tussen efficiëntie en esthetiek.
Jonge monumenten
Nu de meeste post ‘65 gebouwen hun houdbaarheidsdatum overschreden hebben, komen gemeenten voor een lastige keuze te staan: slopen voor nieuwbouw, of de meest toonaangevende gebouwen een monumentale status toewijzen. Ook als dat voor sommige inwoners wat vroeg aanvoelt, of zelfs weerstand oproept.
Post ‘65 architectuur
In de architectuur markeert de periode 1965-1990 een belangrijke transitie. Deze gebouwen weerspiegelen de maatschappelijke vernieuwing die toentertijd plaatsvond. Bij post ‘65 waren dat nieuwe ideeën over samenleven, alternatieve woonvormen en efficiënt ruimtegebruik. Het brutalisme en structuralisme, de dominante stijlen, legden de nadruk op eerlijkheid in constructie en materialen: onafgewerkt beton, zichtbare structuren en een functionele, rauwe esthetiek. Sommigen waardeerden deze gebouwen voor hun eerlijke, zuivere uitstraling; voor anderen voelden ze vooral kil en onpersoonlijk aan.
Maar wat eerst wordt afgewezen, wordt later vaak weer geherwaardeerd. Architectuur kenmerkt zich immers vaak door stijlen die zich afzetten tegen eerdere periodes. En de discussie over wat mooi of lelijk is, blijft cultureel bepaald en is sterk afhankelijk van de tijdgeest. Dit zien we nu ook terug bij post ’65 architectuur, waar de hernieuwde interesse in het brutalisme en structuralisme zich uit in een steeds breder gedragen oproep om gebouwen uit dit tijdvak te bewaren voor de toekomst.
Het Provinciehuis van Noord-Brabant in Den Bosch
Het Provinciehuis van Noord-Brabant in Den Bosch, van de bekende architect Hugh Maaskant, is één van de iconen uit de post ’65 periode. Het toont de functionele en robuuste stijlkenmerken van post ’65 architectuur en staat voor een ontwerpvisie waarin de moderniteit en de maatschappelijke vooruitgang gevierd moet worden. De keuze voor eenvoudige, massieve vormen en de nadruk op het structurele, wordt het gebouw gezien als een toonbeeld van post ’65 architectuur die de maatschappelijke verandering en ambitie in de wederopbouwperiode belichaamt.
Post ‘65-erfgoed
Gebouwen van na 1965 zijn moeilijk te beschermen omdat ze nog niet als waardevol erfgoed gezien worden. Ze lijken ‘te recent’ om nostalgische gevoelens of cultuurhistorische waarde aan toe te kennen, en worden veelal beschouwd als puur functioneel en vervangbaar — denk aan grote kantoorgebouwen, scholen en bibliotheken. In de afgelopen decennia konden post ‘65 gebouwen daardoor vaak ongehinderd plaatsmaken voor nieuwbouw.
De laatste jaren zijn er echter steeds meer initiatieven om deze gebouwen te herwaarderen en te beschermen als erfgoed. Deze jonge monumenten vertellen namelijk niet alleen het verhaal van een veranderende maatschappij, maar laten ook zien hoe architecten destijds experimenteerden met nieuwe vormen en bouwtechnieken.
Stadhuis Terneuzen
Deze ‘ark van beton’ straalt pure brutalistische schoonheid uit. Het ontwerp van het stadhuis dateert uit een tijd van optimisme en geloof in maakbaarheid. Hoewel dit gebouw oorspronkelijk een symbool van vooruitgang was, werd het gebouw – na de verplaatsing van veel publieke functies in de jaren ‘90 – als afstandelijk ervaren. Dit heeft de betrokkenheid van de gemeenschap verminderd. Toch groeit de waardering wanneer het verhaal achter het ontwerp en de visie van de architect beter worden begrepen. In 2022 was 69% van de Terneuzenaren van mening dat het Stadhuis een Rijksmonument moest worden.
Verduurzaming Post ‘65 gebouwen
Gemeenten die gebouwen de status van gemeentelijk monument toewijzen, moeten ervoor zorgen dat de authenticiteit ervan behouden blijft. Tegelijkertijd moeten de gebouwen een verduurzamingsslag maken om hun levensduur te verlengen en om te voldoen aan de hedendaagse eisen van energie-efficiëntie. Dit kan voor frictie zorgen. De beschermde status gaat namelijk gepaard met bepaalde beperkingen: zo kunnen opvallende gevels en kenmerkende bouwdetails vaak niet zonder meer worden aangepast. Post ‘65 gebouwen brengen daarnaast specifieke technische uitdagingen met zich mee. Veel van deze panden kampen met koudebruggen door het gebruik van onafgewerkt beton en andere constructiekeuzes die warmteverlies en condensatie bevorderen.
Toch is verduurzaming mogelijk. Een goed doordacht verduurzamingsplan biedt slimme oplossingen om energiezuiniger te worden, zonder het karakter van een gebouw aan te tasten. Op deze manier wordt het mogelijk om het jonge erfgoed in stand te houden én klaar te maken voor de toekomst.
Broekbakema en Post ‘65
Broekbakema kent een omvangrijk portfolio uit de post ‘65 periode, met ontwerpen die voor die tijd gezichtsbepalend zijn geweest. Gebouwen zoals het Stadhuis van Terneuzen en het Raadhuis in Ede blinken uit door hun zorvuldige ontwerp en aandacht voor detail. De publieke functies van deze gebouwen maakten ze destijds tot levendige ontmoetingsplaatsen tussen overheid en burger.